De inenting tegen rode hond van baby"s van 14 maanden maakt dat zij in 95% van de gevallen daarna geen rode hond meer krijgen. Op de inentingspapieren wordt dat door een stempel achter rode hond (officieel "rubella") aangegeven.
Ga voor u zwanger wordt na, of u die prik hebt gehad. Zijn uw inentingspapieren niet te vinden, dan weet uw moeder of vader wellicht nog of u ingeënt bent. Ze kunnen u misschien ook vertellen of u als kind rode hond hebt gehad. In dat geval loopt u geen gevaar om de ziekte te krijgen. Kunnen uw ouders u geen opheldering geven, neem dan het zekere voor het onzekere. Ga naar uw huisarts of naar de GGD: daar kan uw bloed onderzocht worden op antistoffen - stoffen die uw lichaam produceert nadat het een ziekte heeft doorgemaakt.
Blijkt u geen of onvoldoende antistoffen te hebben, dan kunt u alsnog een injectie tegen rode hond halen. U moet daarna voor alle zekerheid drie maanden wachten voordat u zwanger wordt.
Heeft u rode hond opgelopen voor u en uw partner tot een zwangerschap besluiten, wacht dan ook voor alle zekerheid twee maanden. Daarna is er geen risico meer voor uw kind.